1. Vitamine A is goed voor je ogen – feit!
De eerste van de 13 vitaminefabels op een rij is eigenlijk helemaal geen fabel!Vitamine A ondersteunt de conditie van de ogen en helpt om normaal te kunnen zien. Deze vitamine komt voor in verschillende voedingsmiddelen zoals vis, zuivel en ei. Lekker regelmatig terug laten komen in je dagmenu dus! Kies bijvoorbeeld voor vis met worteltjes.
2. Vitamines zitten altijd onder de schil – fabel!
Veel bewoners zullen dit denken, omdat dit vroeger vaak werd beweerd. Vitamines zitten echter zowel in de schil als in de rest van de vrucht of groente. Voor de vitamines maakt het dus niet zoveel uit of je een vrucht of groente geschild of ongeschild eet. Voor de vezels is het wel belangrijk, daarvan bevat de schil er namelijk veel. Zo zit in een aardappel ongeveer de helft van de vezels in de schil.
3. Het lichaam kan zelf vitamines maken – feit!
Het lichaam kan een aantal vitamines zelf maken, bijvoorbeeld vitamine K en D. De hoeveelheid is echter zo klein dat je lichaam ook aanvulling vanuit de voeding nodig heeft.
4. Laat je sinaasappelsap lang staan, dan gaat vitamine C verloren – feit!
Vitamine C is gevoelig voor lucht en licht. Laat je sinaasappelsap onafgedekt staan, dan gaat vitamine C verloren. Dek sinaasappelsap daarom altijd af en bewaar het in de koelkast. Je kunt versgeperst sap 1 tot 2 dagen in de koelkast bewaren.
5. Groenten uit pot, blik of de vriezer bevatten minder vitamines – fabel!
Geconserveerde groenten bevatten na bereiding vaak evenveel vitamines als verse groenten. Dat komt doordat ze in de fabriek worden geblancheerd en snel worden verpakt. Voor consumptie hoeven de geconserveerde groenten niet lang te worden gekookt, alleen opgewarmd. Zo gaan er dus relatief weinig vitamines verloren.
6. Bewoners hebben extra vitamine D nodig – feit!
Vitamine D komt voor in sommige voedingsmiddelen en maak je het grootste deel aan uit zonlicht. Als we ouder worden gaat dit veel minder goed. Daarom krijgen alle mensen boven de 70 jaar krijgen het advies om dagelijks 20 microgram extra vitamine D te nemen in de vorm van een supplement. Nummer 6 van de 13 vitaminefabels op een rij is dus wel degelijk een feit.
7. Je kunt nooit te veel vitamines binnenkrijgen – fabel!
Het is niet verstandig om heel veel vitamines te nemen, want dat kun je vervelende klachten krijgen. Een geruststelling: met voeding kan dit niet gebeuren. Let er bij supplementen op dat je geen hele hoge dosering neemt of geeft.
8. Als je heel veel vitamines neemt, kan je urine geel worden – feit!
Dit is duidelijk zichtbaar bij vitamine B2 (riboflavine). Deze vitamine heeft van zichzelf een intens gele kleur, waardoor de urine een fellere gele kleur krijgt. Je hoeft je hierover overigens geen zorgen te maken.
9. Eet je veganistisch, dan heb je extra vitamine B12 nodig – feit!
Vitamine B12 is een vitamine die alleen in dierlijke producten voorkomt. Als je volledig plantaardig eet, krijg je deze vitamine niet (voldoende) binnen en heb je dus een supplement nodig. Wist je dat oudere mensen minder instrinsieke factor aanmaken in de maag? Dat is een stofje dat zorgt dat vitamine B12 goed wordt opgenomen in het lichaam. Hierdoor hebben ouderen eerder kans op een tekort aan vitamine B12.
10. Mannen en vrouwen hebben evenveel vitamines nodig – fabel!
Per vitamine is vastgesteld hoeveel we per dag ervan nodig hebben. Van sommige vitamines hebben mannen en vrouwen evenveel nodig, maar voor andere zijn er verschillende hoeveelheden vastgesteld.
11. Vitamine D werkt samen met calcium – feit!
Vitamine D zorgt ervoor dat calcium wordt opgenomen in de botten. Extra weetje: dankzij vitamine K komt calcium op de goede plek terecht.
12. Alle vitamines die je binnenkrijgt, worden opgenomen in het lichaam – fabel!
Als het lichaam te veel van bepaalde vitamines binnenkrijgt, worden deze uitgescheiden. Dat geldt vooral voor de in wateroplosbare vitamines B en C. De in vet oplosbare vitamines A, D, E en K slaat het lichaam wel op.
13. Als je in de winter buiten bent, maak je ook vitamine D aan – fabel
Je maakt alleen vitamine D aan als de zon hoog genoeg staat. In Nederland is dat tussen april en oktober.