Een eigengemaakte aardappelsalade smaakt het allerlekkerst. En het is bovendien zo gepiept. Lekker met wat spekblokjes, kappertjes en een bosuitje voor een stevige bite.
Snijd de aardappels doormidden en grotere exemplaren in vieren. Zet op met gezouten water en breng aan de kook. Kook de aardappels in 15 minuten gaar, giet af en laat goed uitwasemen. Snipper, terwijl de
aardappels koken, de ui fijn. Bak op een laag vuur de spekblokjes uit en voeg halverwege de gesnipperde ui toe. Laat zachtjes fruiten. Giet op een zeef en vang het bakvet op. Klop in een bekken de eidooiers los met de mosterd en de azijn en voeg beetje bij beetje het bakvet en de olie toe tot een mayonaise ontstaat. Kruid met zout en versgemalen peper. Schil de winterwortel en snijd in zeer fijne brunoise. Hak de peterselie fijn en snijd de bosui in fijne ringen. Meng de, nog warme, aardappels met de gesneden winterwortel en de kappertjes en de mayonaise en roer er voorzichtig de peterselie en de bosui doorheen. Kruid eventueel met zout en versgemalen peper. Serveer, indien mogelijk, lauwwarm.
Meteen boodschappen doen? Log dan hier in.
Smakelijk eten!