Het nagerecht is de kroon op elk kerstdiner. Speel met zoete smaken en pak uit met de presentatie van je zelfgemaakte dessert. Geef bijvoorbeeld een nieuwe stijl aan de bekende apfelstrudel en serveer het gerecht in een glas.
Verwarm de oven voor op 175°C. Leg 2 plakken bladerdeeg half over elkaar op een bakplaat die bekleed is met bakpapier. Prik er her en der gaatjes in met een vork en smeer lichtjes in met een losgeklopt ei. Bestrooi met kaneelpoeder en rietsuiker en leg er 2 plakken bladerdeeg half over op. Druk goed aan en prik ook hier gaatjes in. Smeer lichtjes in met losgeklopt ei en bestrooi met de rietsuiker. Leg er een vel bakpapier overheen en een extra bakplaat. Plaats in de oven en bak in ongeveer 20 minuten mooi goudbruin en krokant.
Schil ondertussen de appels en snijd het vruchtvlees in blokjes. Schep dit in een steelpan met de rest van de ingrediënten en laat op een laag pitje zachtjes stoven tot de appel mooi gaar is en het geheel begint te binden. Neem van het vuur en laat lichtjes afkoelen. Klop de slagroom stijf met de poedersuiker en schep in een spuitzak. Schenk een beetje vanillevla over de bodem van weckpotjes. Breek het krokante bladerdeeg in stukken en maak een laagje op de saus. Verdeel er wat compote over en vul op deze manier de glaasjes bijna volledig. Spuit kleine toefjes slagroom op de glaasjes en steek er een mooie schots van het krokante bladerdeeg in. Bestrooi ten slotte met de karamelblokjes.